Voor u gelezen: Factuur en opeisbaarheid BTW: terug van (nooit helemaal) weggeweest
Vanaf 1 januari 2016 zal de factuur meer dan ooit een prominente rol krijgen m.b.t. de opeisbaarheid van de BTW. De wet die deze wijziging voorziet werd tijdens een van de laatste Ministerraden goedgekeurd. In het artikel “Factuur en opeisbaarheid BTW: terug van (nooit helemaal) weggeweest” gepubliceerd in de Fiscoloog van 1 juli 2015 wordt hierop dieper ingegaan. Volgens Luk is dit een goede beslissing, aangezien de schrapping van de factuur als subsidiaire oorzaak van opeisbaarheid van de BTW in praktijk op veel scepsis werd onthaald.
Voor leveringen van goederen is en blijft de hoofdoorzaak van opeisbaarheid de ‘levering’ van de goederen. Maar ‘de facto’ zal het de ‘factuur’ zijn die meestal zal bepalen op welk ogenblik de BTW opeisbaar wordt. Vanaf 1 januari 2016 wordt de BTW immers opeisbaar “over het gefactureerde bedrag op het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt, ongeacht of de uitreiking van de factuur plaatsvindt vóór of na het tijdstip waarop de levering wordt verricht”. Hoe dan ook zal de BTW opeisbaar worden “op de vijftiende dag van de maand volgend op de maand waarin [de levering] heeft plaatsgevonden indien geen factuur werd uitgereikt vóór deze datum”.
De betaling van de prijs of een deel ervan, vooraleer de levering wordt verricht, blijft als subsidiaire oorzaak van opeisbaarheid behouden : de BTW wordt dan opeisbaar over het ontvangen bedrag, op het ogenblik van de ontvangst van de betaling.
Bij diensten is en blijft de hoofdoorzaak het verrichten van de dienst. Maar ‘de facto’ zal het ook hier de ‘factuur’ zijn die meestal zal bepalen op welk ogenblik de BTW opeisbaar wordt. De BTW zal immers opeisbaar zijn “over het gefactureerde bedrag op het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt, ongeacht of de uitreiking plaatsvindt vóór of na het tijdstip waarop de dienst is verricht”. Hoe dan ook zal de BTW ook hier opeisbaar worden “op de vijftiende dag van de maand volgend op de maand waarin [de dienst werd verricht] indien geen factuur werd uitgereikt vóór deze datum”.
De betaling van de prijs of een deel ervan, vooraleer de dienst wordt verricht, blijft als subsidiaire oorzaak van opeisbaarheid behouden : de BTW wordt dan opeisbaar over het ontvangen bedrag, op het ogenblik van de ontvangst van de betaling.
Klik hier voor het volledige artikel.