Open VLD en CD&V willen de macht van de fiscus om binnen te vallen bij bedrijven inperken. ‘We moeten grenzen stellen’, zegt Roel Deseyn (CD&V). ‘Het was nooit de bedoeling om de belastinginspecteurs een ‘actief zoekrecht’ te geven.’
Bron: De Tijd
Het voorstel van topfiscalisten om álle roerende inkomsten gelijk te belasten – dus ook de winsten uit populaire verzekeringsproducten – lokt verdeelde reacties uit. CD&V vindt de piste ‘bespreekbaar’ in het kader van de tax shift, de N-VA totaal niet. En hoewel het een vermogenswinstbelasting is, zijn ook de socialisten tegen.
Bron: De Standaard
Minister van Financiën Johan Van Overtveldt legt de laatste hand aan zijn voorstellen voor een banken- en een doorkijktaks. Beide ideeën staan in het regeerakkoord. De bankentaks moet zelfs dit jaar al 100 miljoen euro opleveren. Afgelopen weekend maakten Kamerleden Eric Van Rompuy (CD&V) en Luk Van Biesen (Open VLD) er de minister attent op dat het hoog tijd wordt om die voorstellen voor te leggen in de bevoegde commissie. ‘Ze waren eigenlijk voorzien voor de programmawet van december’, zegt Van Biesen. Lang zullen ze niet moeten wachten, belooft Van Overtveldt. ‘Het is zo goed als klaar. Het kan dat we het deze week al afronden.’
Bron: Het Nieuwsblad
De Open Vld-Kamerleden Carina Van Cauter en Luk Biesen dienen een wetsvoorstel in dat beide co-ouders van meerderjarige kinderen het recht geeft op de verhoogde belastingvrije som. Vandaag geldt die regeling maar tot de leeftijd van 18 jaar. “Een onlogische discriminatie”, vinden de liberalen. Ze willen dat de fiscale co-ouderschapsregeling ook wordt toegepast op meerderjarige kinderen van co-ouders. “De zwaarste facturen lopen vaak binnen als de kinderen 18 of ouder zijn en gaan studeren of zich moeten verplaatsen. Dan kan het niet dat één ouder fiscaal een steuntje in de rug krijgt en dat de andere ouder plots in de kou blijft staan.”
Bron: Het Laatste Nieuws
De discussie binnen de regering over de tax shift bereikte dit weekend een nieuw hoogtepunt. CD&V en MR hekelden ‘de voorbarige communicatie’ over een btw-verhoging van minister van Financiën Van Overtveldt (N-VA). Open VLD vond dat CD&V-vicepremier Peeters zich te veel laat leiden door de vakbonden. Het is de zoveelste aflevering van het ‘kibbelkabinet’.
Bron: Het Nieuwsblad
Op zondag 25 januari hielden Open VLD Kraaiem/Wezembeek-Oppem samen met de socio-culturele kring Librado hun jaarlijkse nieuwjaarsreceptie in De Kam te Wezembeek-Oppem. Alle inwoners van Kraainem en Wezembeek-Oppem waren uitgenodigd om samen met hen het glas te heffen op het nieuwe jaar. Onder de talrijke genodigden waren ook leden van MR, cdH en OPEN.
De receptie werd voorafgegaan door één minuut stilte ter nagedachtenis van de onlangs overleden voormalig schepen Louis Hereng. Louis Hereng was een zeer geliefd persoon en ook de inspirator voor de uitbouw van de lijst OPEN te Kraainem.
Ook Minister van Volksgezondheid, Maggie De Block, nam het woord tijdens de nieuwjaarsreceptie. De Block verwees naar het mooie resultaat dat Open Vld behaald heeft en dat het resultaat was van de onophoudelijke inzet van de lokale afdelingen. Zonder deze inzet zou Open Vld niet staan waar ze nu staan.
Tenslotte mocht Maggie De Block enkele vrouwen in de bloemetjes zetten onder het motto “achter elke man staat een sterke vrouw”. Op die manier werd de echtgenote van Eric Coolens bedankt omdat Open VLD Kraainem/Wezembeek-Oppem altijd beroep mag doen op Eric en dit nooit teveel gevraagd is. Hij werd daarom ook uitgeroepen tot vrijwilliger van het jaar. Verder werden de echtgenoten van voorzitter Rudi Vandervorst en Patrick Blyaert in de bloemetjes gezet en ook de echtgenote van volksvertegenwoordiger Luk Van Biesen mocht een boeket ontvangen uit handen van Maggie De Block. Patrick Blyaert, voorzitter van de socio-culturele vereniging Librado, eindigde zijn speech met een bedanking voor elk lid van Open Vld en elke kiezer. Hij bedankte hen voor de onophoudelijke steun die Open Vld van hen krijgt.
Als voorzitter van de Interparlementaire Unie voor Griekenland heb ik samen met enkele collega’s de Griekse Ambassadeur ontvangen tijdens een lunch in het Federaal Parlement.
De bedoeling van deze ontmoeting was een beter inzicht te krijgen in de problematiek van Griekenland naar aanleiding van de recente verkiezingen eind januari jl. en ook hun visie te kennen voor de komende jaren en over hun positie binnen Europa.
De Belgische positie tegenover Griekenland is de volgende – dixit Van Overtveldt: “Wat de stand van zaken m.b.t. financiële steun aan Griekenland betreft: de minister van Financiën is bij wet gemachtigd om leningen toe te staan aan Griekenland voor een bedrag van maximaal 2.860.942.462,10 euro in het raam van de gezamenlijke internationale inspanning om aan de Griekse crisis het hoofd te bieden. België verstrekte leningen voor een bedrag van 1.945.236.117,79 euro. Deze leningen werden in schijven ter beschikking gesteld, parallel met de steun die werd uitbetaald door andere landen en de Europese en internationale instellingen, met name het IMF. Griekenland moet de door ons land verstrekte leningen terugbetalen vanaf 2020. Het huidige terugbetalingsschema loopt tot en met 2041.”
Tijdens deze vergadering werd ook afgesproken dat België in mei/juni een delegatie zal ontvangen van Griekenland. Deze delegatie – voornamelijk enkele parlementsleden – zal een rondleiding krijgen in de werking van het Belgisch parlement om zo de werking tussen België en Griekenland te verbeteren. Ook zullen de Belgische parlementsleden de nieuwe parlementsleden van Griekenland beter leren kennen.
Tijdens de plenaire vergadering van 22 januari jl. heb ik Minister van Financiën, Van Overtveldt, ondervraagd over de monetaire cashinjectie van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB besloot om 60 miljard euro per maand – en dit tot september 2016 – te injecteren in Europa. Het Belgisch aandeel bedraagt 3,5 %. Dit betekent een overname door de ECB deels via de Nationale Bank van België van circa 40 miljard euro aan overheidsobligaties van beleggers.
Dit beleid heeft zijn voor- en nadelen. De minister van Financiën uitte al zijn bezorgdheid over de effecten op het spaargeld wanneer de inflatie stijgt en de rente daalt. Maar dat zal het spaargeld ook in beweging brengen. Daarnaast zal de goedkopere euro de export doen stijgen en worden investeringen aangemoedigd door de lage rentes.
Eén ding is duidelijk: als we de groeicijfers in Europa bekijken, is het glashelder dat we nood hebben aan extra investeringen en groeistimulansen. Het investeringsplan-Juncker kan daarbij helpen, de operatie van de ECB eveneens, op voorwaarde dat het geld vlot doorstroomt naar de reële economie. We moeten daarenboven ook overheidsinvesteringen in groeisectoren en cruciale infrastructuur begrotingstechnisch mogelijk maken.
De economie heeft geen nood heeft aan onzekerheid, angst en wantrouwen. Die ondergraven alleen maar toekomstige groei. Elke communicatie over de effecten van het monetair beleid is dan ook wel te overwegen. De twijfels die minister Van Overtveldt uitte, dragen niet bij tot het vertrouwen.
Het is noodzakelijk dat we onze schouders zetten onder alle maatregelen die de groei en investeringen kunnen bevorderen. Het geld dat de ECB beschikbaar stelt aan België moet in de reële economie terecht komen!
Over de concrete uitwerking van deze maatregel organiseert de kamercommissie Financiën een hoorzitting met de gouverneur van de Nationale Bank eind februari. Hierbij staat de vraag die ik stelde in de Kamer “hoe garanderen dat het geld in de reële economie terecht komt en niet gestockeerd wordt bij de banken?” centraal.
Bekijk hier de tussenkomst
Samen met mijn collega volksvertegenwoordiger Frank Wilryckx heb ik een wetsvoorstel ingediend m.b.t. bepaalde inkomsten die gemeenten ontvangen en welke sinds 2011 beschouwd worden als roerende inkomsten en als dusdanig ook belast worden.
Gemeenten en provincies zijn aan de rechtspersonenbelasting onderworpen (art. 220, 1° WIB 92). Dit houdt in dat zij uitsluitend belastbaar zijn enerzijds op het kadastraal inkomen van hun onroerende goederen en anderzijds op hun inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en kapitalen.
Elke gemeente en provincie organiseert doorgaans activiteiten als overheidstaak (o.a. de jaarlijkse markt of kermis). Om een deel van de gemaakte kosten te vergoeden worden er soms inkomsten gevraagd door de gemeente/provincie (o.a. standgelden voor de jaarlijkse markten, standgelden van kermissen, e.d.).
Bovenvermelde inkomsten werden in het verleden niet beschouwd als roerende inkomsten en aldus ook niet belast in de rechtspersonenbelasting. Maar sinds 2011 worden inkomsten uit standgelden voor markten, kermissen, e.d. door de fiscale administratie beschouwd als roerende inkomsten. Ook het verlenen van concessies wordt door de fiscus als een roerend inkomen beschouwd. Het gevolg is dat tientallen gemeenten intussen controles hebben gekregen, met de vraag om op die inkomsten voortaan roerende voorheffing te betalen. Andere gemeenten bleven tot nu toe buiten schot.
Gemeentelijke inkomsten die al decennia lang bestaan, blijken nu onderworpen te zijn aan de roerende voorheffing. De inning van de roerende voorheffing door de federale overheid bij activiteiten is bijgevolg problematisch en arbitrair. Enkele Vlaamse gemeenten kregen controle… andere controlekantoren doen geen enkele controle.
Om deze problematiek aan te passen is er een wetswijziging nodig, welke door ons wetsvoorstel ook behandeld zal worden en verholpen zal worden. In ons wetsvoorstel vragen wij namelijk een nieuwe uitzondering toe te voegen aan de lijst van inkomsten die aan de roerende voorheffing onderworpen zijn. Ons voorstel zal ertoe leiden dat de lokale overheden niet meer belastbaar zullen zijn voor o.a. de standgelden die zij innen bij markten, kermissen e.d.
Dit voorstel kreeg de steun van de CD&V fractie en werd reeds ingeleid in de kamercommissie Financiën. Ook de Minister gaf reeds een gunstig advies.
Bekijk hier het wetsvoorstel