BLOG: De kennis van het Nederlands voor kind en gezin

Vaak worden goed menende tussenkomsten door de Spaanse Inquisitoren onmiddellijk gebrandmerkt. Zo had Minister van Onderwijs deze week maar één duidelijke wens: dat de ouders meer begrip zouden tonen voor het leerplan en zich interactief zouden bezig houden met de educatie van hun kinderen. Hiervoor is de kennis van de taal essentieel.

Daarom deel ik de mening van Onderwijsminister Hilde Crevits.

Ik refereer naar de periode 1998-2004 toen ik schepen van Onderwijs was in Kraainem. De Nederlandstalige basisschool in Kraainem kende een nieuwe boost, zoals het Nederlandstalig onderwijs in Brussel en de Vlaamse rand. Vooral jonge Franstalige gezinnen kozen, in tegenstelling tot hun ouders, voor een opvoeding van hun kinderen in het Nederlands. Door hun kinderen naar het Nederlandstalig basisonderwijs te sturen, leerde de ouders ook veel makkelijker het Nederlands, wat een positieve evolutie was op gebied van hun meertaligheid.

Als schepen had ik steeds een gesprek met de ouders. Eerst om hun motivatie goed te vatten en anderzijds om het met hen te hebben over de begeleiding in het Nederlands door de ouders zelf. De eerste vraag was steevast over hun kennis van het Nederlands. Verstaan de ouders het Nederlands wel voldoende zodat ze o.a. de schoolagenda van hun kinderen kunnen begrijpen? Wanneer hieruit bleek dat ze zelf onvoldoende Nederlands begrepen, vroeg ik hen onmiddellijk te starten met een cursus Nederlands voor volwassenen, zoals het avondonderwijs in de Vlaamse rand talrijk voorstelt. Wouden ze deze inspanning niet doen raadde ik de ouders aan hun kinderen op te voeden in hun moedertaal.

De meeste ouders volgden het advies en vele kinderen van anderstaligen waren bij de primussen van hun klas. Regelmatig werd de Davidsfondsprijs voor het beste opstel in het zesde leerjaar toegewezen aan kinderen waarvan de moedertaal niet het Nederlands was.

Maar niet alle kinderen zijn talenknobbels en elk kind heeft zijn talenten. Daarom had ik na een aantal maanden opnieuw een gesprek met enkele ouders om te bekijken of het niet beter was hun dochter of zoon naar een Franstalige school te laten gaan, dit in het belang van het kind wat altijd moet primeren. Zelf ken ik gezinnen waarvan bijvoorbeeld de dochter in het Nederlands lagere school liep en de zoon gelijktijdig naar een Franstalige basisschool ging. Dit zonder enig probleem. Integendeel dit verliep allemaal in de beste sfeer.

In de faciliteitengemeenten heeft men de keuze tussen Nederlandstalig- of Franstalig basisonderwijs. In de rest van Vlaanderen is deze keuze er terecht niet! Daarom is het logisch dat de Minister zich went naar een grotere betrokkenheid van de ouders en dit zowel via de taal die men spreekt als naar de taal die men schrijft.

Mevrouw de Minister, mijn steun heb je. Laat ons daarom de kennis van de taal niet louter zien als een noodzakelijk inburgeringselement, maar vooral als een educatieve noodzaak voor het kind en het gezin.

Handtekening-Luk

 

 

 

Open Vld Kamerlid