BLOG: Bloeiende ondernemingen brengen welvaart tot in de huiskamers

Zonder verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting zullen de vennootschappen vanaf 2017 fundamenteel meer belasting betalen dan vorige jaren. Het doel – om de circa 12 miljard opbrengsten uit de vennootschapsbelasting eerlijker te verdelen tussen grote ondernemingen en KMO’s – zal deze regering niet halen bij ongewijzigd beleid. Integendeel een significant groter deel zal opgehoest worden door KMO’s. Daarom dringt de algemene verlaging van het tarief en de invoering van een minimumbelasting voor multinationals zich op voor het aanslagjaar 2018.

Er zijn drie redenen waarom de stijging van de opbrengsten van de vennootschapsbelasting en de roerende voorheffing zich voornamelijk zal voordoen bij de KMO’s.

Ten eerste heeft de regering een aantal bedrijfsvriendelijke en noodzakelijke maatregelen genomen die de loonhandicap wegwerken. De algemene verlaging van de sociale lasten op werk versterkt met de gunstmaatregel van vrijstelling voor de eerste werknemer doen uiteraard de winstmarges van de vennootschappen stijgen en dus ook de belastbare basis. Deze liberale visie op ondernemen werpt zijn vruchten af. Want bloeiende ondernemingen brengen welvaart tot in de huiskamers.

Ten tweede heeft de regering conform de vigerende bepalingen het intrestpercentage vastgelegd voor de notoniële intrestaftrek op 0,23 % voor GO en 0,73% voor KMO’s voor aj 2018. Op drie jaar tijd daalde deze aftrekpost zo met bijna 80 %, wat uiteraard een gevolg heeft voor de belastbare basis. Voornamelijk bij de KMO’s.

Ten derde werd de roerende voorheffing in de laatste jaren verhoogd van 15 % via 25-27 % naar 30 %. Dit betekent dat de winsten die de vennootschappen uitkeren aan haar aandeelhouders via dividenden een tweevoud moeten opbrengen dan vroeger.

Het hoeft ons dus niet te verwonderen dat deze maatregelen en de verhoogde conjunctuur onze schatkist verschillende miljarden extra zullen opbrengen. Twee tot drie miljard durf ik te stellen reeds voor het huidig jaar.

Maar deze maatregelen hebben in zich niets verandert aan de kloof tussen wat de Grote Ondernemingen en de KMO’s betalen. Daarom een duidelijk signaal naar de Grote Ondernemingen: in België betaalt iedereen een faire belasting. Het is daarom logisch te pleiten voor een minimumbelasting. De logica zou erin bestaan dat voor GO Bvb. het eerste miljoen euro belastbare basis onderworpen wordt aan het nominaal tarief. Zij zouden dan alle bestaande aftrekken kunnen toepassen vanaf de eerste euro meer winst dan één miljoen euro. De definitie van “Grote onderneming” blijft uiteraard ongewijzigd. Ook deze maatregel zou een meeropbrengst inhouden. In ons omliggende landen bestaan voorbeelden van minimumbelasting.

Met deze gegevens en indien wij ons houden aan de huidige wetgeving, staat niets meer deze regering in de weg om de huidige tarieven van 33,99% te wijzigen naar een tarief dat attractief is voor Belgische en Internationale investeerders. Eén fix tarief van 20% voor KMO’s en bvb 25% voor Grote Ondernemingen ligt binnen handbereik. Duidelijkheid is de basis van zekerheid. Zekerheid is de basis van vertrouwen. Ondernemersvertrouwen is de basis voor onze welvaart en welzijn.

Handtekening-Luk

 

 

 

Open Vld Kamerlid