30e belastinggids – Nood aan belastinghervorming
Op 6 juni werd de 30e editie van de belastinggids voorgesteld in de Salons van de Kamervoorzitter. De eerste editie van de belastinggids dateert van 1988. De huidige aangifte in de personenbelasting telt 75 codes meer dan vorig jaar, met een totaal van 885 codes.
De aanwezigen werden verwelkomd door dhr. Thom Pelckmans (CEO Pelckmans uitgevers) en Kamervoorzitter Siegfried Bracke. Vervolgens namen de auteurs van de belastinggids, dhr. Jan De Meyer en dhr. Pieter Debbaut het woord. Hierbij kwam de geschiedenis van 30 jaar belastinggids uitgebreid aan bod. Ook collega Volksvertegenwoordiger Ahmed Laaouej en Luk kwamen aan het woord en getuigden over het belang van de belastinggids, die niet meer weg te denken is op de bureaus van Fiscalisten.
Voor Luk dringt een vereenvoudiging van de fiscaliteit zich op. Om dit te verwezenlijken moeten de beleidsverantwoordelijken wel breken met twee tradities. Enerzijds moet men het idee van de vertaling van elk beleid in een fiscale maatregel laten varen. Anderzijds moet door de invoering van de bevrijdende voorheffing heel wat inkomens geweerd worden uit de belastingaangifte. Een soort van “Bronheffing”.
Vertaal het beleid niet steeds in een fiscale maatregel
Het is aantrekkelijk om een beleidsmaatregel vandaag af te kondigen en ze te fiscaliseren. Maar hierdoor weegt deze pas door op de begroting van het jaar nadien. Een voorbeeld:
De eerste superministerraad van 2017 gaf opnieuw het slechte voorbeeld door de aankondiging van de fiscale aftrek van beschermende motorkledij. De aankoopfacturen zouden dan aanleiding geven tot een nieuwe aftrek op een nieuwe code. Op korte termijn is het voordeel dat de regering deze maatregel/aftrek nu kan aankondigen. Het nadeel van deze maatregel is dat deze pas effect heeft op de inkomstenzijde van de begroting twee jaar later. Op lange termijn zadelt de regering de belastingadministratie op met een nieuwe maatregel die moet gecontroleerd worden.
De aantrekkelijkheid voor de beleidsmensen stelt zich ook in het feit dat dergelijke fiscale stimuli leiden naar een algemene “statistische verlaging” van de belastingdruk in de personenbelasting. Maar hier draait het nu net allemaal om!
Bij sommige collega’s in het Federaal Parlement is de vermindering van de statistiek “belastingdruk” een obsessie geworden en moet deze regering willens nillens kunnen aantonen dat de algemene belastingdruk onder deze centrum-rechtse regering is afgenomen.
Omwille van deze statistiek werden initiatieven zoals hierboven genomen via de fiscaliteit, terwijl deze beter direct de begunstigden zouden tegemoet komen. Zo werd door de beleidsmensen hardop nagedacht om o.a. de sociale enveloppe te fiscaliseren, om alzo de statistiek te verbeteren.
De oproep van Luk is dan ook niet mis te verstaan: Geef een tegemoetkoming aan de bron! Dit kan door bv. een verlaagd Btw-tarief of een directe aftrek bij de aankoop van onroerend goed. Stop met de intrest en hypotheekvoordelen van een lening te verwerken via de personenbelasting. Geef aan de verwervers van een eerste en enige woning een verlaagd registratierecht en een korting beperkt in de tijd (bv. een korting gedurende de eerste tien jaar op de onroerende voorheffing).
Schrap het volledig gedeelte van de belastingvoordelen m.b.t. de aankoop van een woning en van de inkomsten van verhuring. Vervang deze belastingvoordelen door een rechtvaardig systeem van verhoogde of verlaagde onroerende voorheffing.
Doe bronheffing en maak van de aangifte geen “totale vermogensaangifte”
Sommige beleidspartijen pleiten voor een verdere uitbouw van de aangifte in de personenbelasting bestaande uit alle vormen van inkomen. Dit is natuurlijk sterk verwerpbaar omdat het uiteindelijke doel een vermogenskadaster is.
Taxeer daarom duidelijk en rechtlijnig bij de bron. Krijgt iemand een zitpenning, dan betaalt hij er onmiddellijk een voorheffing op. Maar dan is dat bevrijdend en nergens meer aan te geven. Krijgt iemand intresten uit kapitaal, dan wordt er bij ontvangst roerende voorheffing op ingehouden, wat liberatoir is. Hierdoor zouden deze ontvangsten niet meer moeten worden aangegeven. Krijgt iemand een uitbetaling van een spaarinleg, dan is daar een vast tarief voor en ook liberatoir. Verhuurt iemand een woning, dan wordt dit verrekend via de onroerende voorheffing wat dan ook bevrijdend zou werken voor de aangifte in de personenbelasting.
Kortom, het wordt tijd dat de knop omgedraaid wordt en het aantal codes in de aangifte van de personenbelasting vermindert door de “bronheffing”. Dit zal tevens zorgen voor meer transparantie en minder complexiteit.
Tot slot werd als verrassing ook nog de Taxman Award 2017 van Ergo uitgereikt aan dhr. Jan De Meyer en dit omwille van zijn jarenlange inzet en kennis! Dhr. de Meyer mocht de prijs in ontvangst nemen van Mevr. Mirjam Vermaut (Voorzitter BIBF) en dhr. Marc Bourgeois (winnaar Taxman Award 2016).