Vennootschapsbelasting verlagen kost 4,8 miljard

De verlaging van de vennootschapsbelasting kost 4,8 miljard euro, blijkt uit documenten van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). Maar krijgt hij dat gat opnieuw dicht gefietst?

Bron: De Morgen

Het is het kroonjuweel voor het regeringswerk van Van Overtveldt deze legislatuur: de hervorming van de vennootschapsbelasting. Bedrijven zullen niet langer 33 procent belastingen moeten betalen, maar tegen 2020 slechts 25 procent. Voor kmo’s gaat het tarief vanaf volgend jaar meteen naar 20 procent. In ruil daarvoor gaan een hele reeks aftrekposten op de schop.

Maar hoe zit alles juist in elkaar? De verlaging kost enorm veel geld, welke maatregelen brengen de rekening opnieuw in evenwicht? Het was wachten tot gisteren tot er officieel duidelijkheid kwam. Bevoegd minister Johan Van Overtveldt (N-VA) bezorgde het volledige wetsontwerp aan de leden van de commissie Financiën. Daarbij een uitgebreide begrotingstabel.

Daaruit blijkt dat de verlaging van de vennootschapsbelasting volgend jaar 1,2 miljard zal kosten. Tegen 2020, als de hervorming op kruissnelheid zit, bedraagt de kostprijs 4,8 miljard euro. Een aanzienlijke operatie, met andere woorden. Maar wat komt in de plaats?

Het geld moet bijna voor de helft komen van de hervorming van de notionele interestaftrek. Dat fiscaal voordeel moet bedrijven aanzetten eigen kapitaal te herinvesteren, maar werd vaak misbruikt. Nu komt er een afgeslankte variant. Door minder te strooien met belastingvoordelen wil de regering 2,2 miljard euro uitsparen.

Notionele interestaftrek

“Dat lijkt me zwaar overtrokken”, schiet Eric Van Rompuy (CD&V) meteen met scherp.

“Vorig jaar gaf de overheid nog niet eens 2 miljard euro uit aan de notionele interestaftrek. Dat komt omdat de rente historisch laag staat. Die gaat weer stijgen, maar dan nog is dit erg optimistisch gerekend.” De voorzitter van de commissie Financiën toonde zich altijd al kritisch voor Van Overtveldt.

Daarnaast moet er 1,2 miljard komen uit maatregelen tegen belastingontwijking door multinationals. België volgt daarmee een Europese richtlijn, maar kiest voor de “meest realistische” toepassing. “Een veel soepelere toepassing dan in onze buurlanden dus”, zegt sp.a-Kamerlid Peter Vanvelthoven. “Dat maakt het onwaarschijnlijk om die hoge opbrengst te halen.”

Sp.a plaatst grote vraagtekens bij de hele operatie. Volgens eigen berekeningen komen zij uit op een tekort van 1,6 miljard euro. “Opnieuw maakt Van Overtveldt diepe putten”, zegt Vanvelthoven. Van Rompuy wil zich nog niet uitspreken over het globale plaatje.

De minister wijst erop dat ze wat betreft de notionele interestaftrek voorzichtiger te werk zijn gegaan dan eerdere schattingen van de Hoge Raad van Financiën. Wat betreft de omzetting van de Europese richtlijn hebben ze zich gebaseerd op gegevens van de Europese Commissie.

Volgens de tekst is de operatie budgettair volledig in evenwicht. Er is een veiligheidsmarge van 123 miljoen tegen 2020. En, benadrukt de minister: er is geen rekening gehouden met de economische groei die de hervorming met zich kan meebrengen. Hij past ervoor met de zogenoemde “terugverdieneffecten” het plaatje op te smukken.

Budgetneutraal

Blijft wel dat Europa vragen heeft gesteld bij hele hervorming. De EU neemt niet zomaar aan dat die budgetneutraal is en heeft daarom bijkomende informatie opgevraagd bij Van Overtveldt

Intussen is de Nationale Bank een studie opgestart om de budgettaire gevolgen van de nieuwe vennootschapsbelasting in kaart te brengen. In de commissie Financiën in het parlement is afgesproken het debat over de cijfers pas op te starten als dat rapport is binnengekomen, allicht eind november.

Open Vld-parlementslid Luk Van Biesen is er gerust in. “De cijfers zijn solide”, zegt hij. “Maar wij als liberalen gaan niet achteraf met een weegschaaltje meten of we hier en daar nog wat tekortkomen. Dit mag wat kosten. Net omdat deze hervorming, veel meer dan de taxshift, onze bedrijven en al zeker de kmo’s rechtstreeks een duw in de rug geeft.”

ROEL WAUTERS ■