N-VA’ers De Roover en Van Vaerenbergh willen taalfaciliteiten in Ronse schrappen
Een nagenoeg identiek voorstel van Veerle Wouters en Hendrik Vuye noemde Peter De Roover eind vorig jaar nog ‘wishful thinking’.
Bron: Knack
N-VA’ers Peter De Roover en Kristien Van Vaerenbergh hebben in het federaal parlement een wetsvoorstel ingediend om de taalfaciliteiten in Ronse af te schaffen. Die garanderen dat inwoners bij de stadsdiensten in het Frans geholpen moeten worden als ze daarom vragen.
De gemeenteraad van Ronse had – met steun van CD&V, Open VLD, N-VA en Vlaams Belang – bijna unaniem een motie goedgekeurd waarin de afschaffing van de faciliteiten gevraagd werd, omdat die de integratie in de weg zou staan en verantwoordelijk zou zijn voor de grote instroom van anderstaligen. De gemeenteraad vroeg ook om de kwestie aan het federale niveau voor te leggen.
Volgens N-VA zijn de taalfaciliteiten ook discriminerend, want ze verhinderen dat Ronse met andere gemeenten kan fusioneren. ‘Daardoor mist de stad de voordelen van een schaalvergroting en de niet onbelangrijke kwijtschelding van de schulden a rato van 500 euro per inwoner, een goede 13 miljoen euro,’ aldus De Roover.
Taalfaciliteiten zijn in de grondwet verankerd, waardoor de afschaffing ervan niet zo eenvoudig is. Kamerlid en grondwetspecialist Hendrik Vuye(Vuye&Wouters) stelde in december vorig jaar echter een creatieve oplossing voor: het parlement kan beslissen om Ronse uit het lijstje van faciliteitengemeenten te halen. Daarvoor is geen grondwetswijziging nodig, maar wel een wijziging van een zogenaamde ‘bijzondere wet’. Hendrik Vuye en Veerle Woutersdienden ook een wetsvoorstel in die zin in.
Peter De Roover noemde dat voorstel toen nog ‘wishful thinking’. ‘Vuye kan zeer goed technische voorstellen doen die praktisch onhaalbaar zijn,’ zei hij bij de openbare omroep.
N-VA staat alleen op federaal niveau
Maar De Roover lijkt intussen een andere mening toegedaan. Het wetsvoorstel dat de N-VA-fractieleider in de Kamer indiende, samen met Kristien Van Vaerenbergh, stelt eveneens voor om de faciliteiten met een bijzondere wet aan te passen. Beide wetsvoorstellen lijken zelfs woordelijk heel erg op elkaar, al staan de twee wetsartikelen die geschrapt moeten worden wel in een andere volgorde vermeld. Bovendien wilt N-VA de uitvoering van de wet over de gemeenteraadsverkiezingen tillen, terwijl Vuye en Wouters het al op 1 september van dit jaar in werking zouden willen laten treden.
Het is weliswaar onwaarschijnlijk dat het voorstel van de N-VA’ers het haalt. Binnen de meerderheid is afgesproken dat het communautaire deze legislatuur geen ruimte krijgt. Bovendien heeft een wijziging van een bijzondere wet een tweederdemeerderheid nodig om in het parlement goedgekeurd te worden, en een gewone meerderheid aan zowel Nederlandstalige als Franstalige zijde. De kans dat de Franstaligen met het voorstel instemmen, is zo goed als nihil.
Ook N-VA weet dat de regering een communautaire standstill afkondigde, maar kan met het dossier wel coalitiepartijen Open VLD en CD&V in verlegenheid brengen. Zij stemden in Ronse immers voor de afschaffing, maar zullen vermoedelijk weinig zin hebben om daar ook federaal gevolg aan te geven.
Servais Verherstraeten, fractieleider van CD&V in de Kamer, zegt ‘veel sympathie’ te hebben voor de vragen van de gemeenteraad van Ronse. ‘Maar de wijziging van een bijzondere wet is geen evidente zaak, gelet op de communautaire standstill.’ Verherstraeten betwijfelt of aan Franstalige kant een meerderheid gevonden kan worden. ‘Zo’n wijziging vraagt een bijzondere meerheid waar we op korte termijn nog niet aan toe zijn.’
‘Dit is nu niet aan de orde, het staat ook niet in het regeerakkoord,’ reageert Open VLD-Kamerlid Luk Van Biesen. Hij kaatst de bal terug naar N-VA: ‘Wat gaat N-VA doen als Franstalige of Brusselse randgemeenten gelijkaardige resoluties stemmen in gemeenteraden?’ Van Biesen wijst er nog op dat de liberalen een wetsvoorstel klaarhebben waarmee het voor faciliteitengemeenten mogelijk wordt om toch te fuseren. Op die manier zouden de taalfaciliteiten dus niet meer discriminerend zijn.