Wet Van Biesen / Klaps – wezenrente
Enkele weken geleden werd het wetsvoorstel over de bestaansmiddelen van wezen, dat mede ondertekend werd door Luk, zowel in de Kamercommissie Financiën als in de Plenaire vergadering, gestemd.
Om fiscaal ten laste te zijn, mag de persoon ten laste niet beschikken over een bepaald nettobedrag aan bestaansmiddelen. Een aantal bestaansmiddelen worden hierbij niet aangemerkt. Om beter rekening te houden met de kinderlast bij alleenstaanden werd het grensbedrag van de bestaansmiddelen voor kinderen ten laste van alleenstaanden opgetrokken.
In de situatie waarbij er één of beide ouders overlijden, ontvangt de wees een wezenrente die bijdraagt in het onderhoud van het kind. De intentie van deze wezenbijslag is om de levenstandaard van het gezin op niveau te houden bij het overlijden van één of beide ouders.
Tot voor kort werd deze wezenrente beschouwd als “bestaansmiddel” door de wet. Het gevolg van deze interpretatie was dat wanneer de kinderen (wezen) bijverdienden (vakantiejobs,…), deze niet meer fiscaal ten laste waren van de ouder en deze dus geen kindergeld meer ontving. Bij gezinnen waarvan beide ouders nog leven, kunnen de kinderen gerust bijverdienen zonder dat ze het gevaar lopen fiscaal niet meer ten laste te zijn (rekeninghoudend met de max. inkomsten die studenten mogen hebben).
Deze ongelijkheid wordt door de nieuwe wet weggewerkt en zorgt ervoor dat de wezenrente, net zoals onderhoudsgelden, tot een bedrag van 1.800 euro (niet geïndexeerd à 3.120 euro geïndexeerd aanslagjaar 2016) niet als bestaansmiddelen mogen worden aangemerkt. Hierdoor kunnen ook deze kinderen een cent bijverdienen zonder angst te hebben om niet meer fiscaal ten laste te zijn.
Klik hier voor het wetsvoorstel