“Als je de sociale media volgt, zou je het al bijna gratis moeten doen”
Luk Van Biesen (Open VLD) is niet herverkozen als kamerlid en heeft dus recht op een uittredingsvergoeding. 12 x 9000 euro, in zijn geval (hij had eerder in zijn loopbaan al een deel van de vergoeding opgenomen). Van Biesen staat achter het systeem en legt uit waarom.
Bron: Radio 1
“Het is een brutobedrag, je betaalt er 50 % personenbelasting op en je moet er de voorheffing van aftrekken. Als parlemenstlid moet je ook zelf je sociale rechten opbouwen.”
Van Biesen is niet echt gewonnen voor het voorstel van arbeidseconoom Stijn Baert om de uittredingsvergoeding te vervangen door een werkloosheidsuitkering. “Je kan dit geen arbeidsovereenkomst noemen. Wij hebben geen contract maar een mandaat, je weet ook niet op voorhand of je dat mandaat zal kunnen uitdoen. Als je je job als parlemenstlid ten volle wil uitvoeren kan je dat mandaat eigenlijk niet combineren met een andere voltijdse baan. Zo heb ik de activiteiten van mijn accountancykantoor op een laag pitje gezet, en heb ik ontslag genomen als schepen. Als de kiezer beslist dat er een einde komt aan je mandaat heb je nu eenmaal een bepaalde tijd nodig om je activiteiten weer op te starten of uit te kijken naar ander werk. Een hoge leeftijd speelt daarbij zeker niet in het voordeel.
Ik zie dan ook dat veel van mijn collega’s ex-parlementairen al jaren op de sukkel zijn. De tijd dat men opkeek naar een politicus is toch wel al even voorbij, je komt tegenwoordig moeilijker opnieuw aan de bak.”
“Als je als parlementair jarenlang van ’s ochtends tot ’s avonds bezig bent om iets te betekenen voor de maatschappij, door goede wetten te maken, of in een kamercommissie het verschil te maken, dan is het moeilijk om dat van de ene op de andere dag los te laten en iets helemaal anders te doen. Het is echt een mentale klap als je door het spel van de kiezer ineens de job die je met hart en ziel doet niet meer kan uitoefenen. De kiezer heeft altijd gelijk, maar het blijft een bittere pil.”
Van Biesen begrijpt sommige mensen verontwaardigd zijn door de grootte-orde van de uittredingsvergoeding. “Maar we hebben met het parlement de regeling al aangepast, teruggberacht van 48 naar 24 maanden, en het systeem persoonsgebonden gemaakt zodat je maar één keer in je politieke carrière recht hebt op zo’n vergoeding. Bovendien hebben we met de Kamer als enige parlement in het land ook een indexsprong gemaakt voor onze verloning. Als je ingaat op de verzuchtingen die je op de sociale media leest, dan zou je het zelfs bijna gratis moeten doen. Het zal voor die mensen nooit genoeg zijn. En het tweede grote probleem: als je de vergoeding afschaft, dan ga je in de politiek alleen nog vastbenoemde ambtenaren of partij-apparatsjiks aantrekken, die meteen terug hun oude baan kunnen opnemen. En ik vind dat de Kamer uit alle lagen van de bevolking moet samengesteld zijn.”