Opnieuw veldslag tegen aasgierfondsen gewonnen
Het Grondwettelijk Hof verwierp op 1 juni het beroep van aasgierfonds NML Capital tegen de Belgische wet die dergelijke fondsen aan banden legt sinds 2015. Als initiatiefnemer is Luk Van Biesen tevreden met deze uitspraak. België was het eerste land ter wereld met zo’n wet. Deze moet nu navolging krijgen elders in de wereld. In een resolutie pleit Luk er voor om de jacht op de aasgierfondsen in ons buitenlands beleid te promoten.
Aasgierfondsen zijn investeringsfondsen die op de financiële markten schuldpapier van kwetsbare landen voor een prikje opkopen en via juridische weg trachten die landen tot volledige afbetaling te dwingen. Die afbetaling blijft bovendien niet beperkt tot de nominale waarde van de obligaties. De fondsen proberen ook achterstallige rentes en eventuele boetes te claimen die het bedrag enorm kunnen doen oplopen. Hun speculatieve activiteiten leveren geen enkele economische meerwaarde op, integendeel, ze schaden de economieën en dus de burgers van kwetsbare landen.
Aasgierfondsen ondermijnen ontwikkeling
Vooral ontwikkelingslanden zijn het slachtoffer van deze praktijken. In 2009 vonden 49 aanvallen van aasgierfondsen plaats op Afrikaanse landen. Enkele jaren geleden dwong een rechter in New York Argentinië tot de betaling van $1,3 miljard aan twee notoire aasgierfondsen. Het fonds NML Capital kreeg bijvoorbeeld 2,426 miljard dollar voor een schuld van amper 177 miljoen dollar. Het scoorde zo een meerwaarde van maar liefst 1.270%. Dat zette de bestaande overeenkomst van Argentinië met alle schuldeisers op de helling en bracht het land op de rand van bankroet. Geld van de kwetsbare overheden komt dus terecht bij aasgierfondsen, terwijl het net zou moeten geïnvesteerd worden in de mensen, economie en infrastructuur van die ontwikkelende en ontwikkelingslanden. In 2007 heeft een aasgierfonds zelfs beslag kunnen leggen op geld van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, dat bestemd was voor Congo-Brazaville. In 2008 nam het Belgische parlement daarom een wet aan die dat onmogelijk maakt.
Nieuwe wetgeving bemoeilijkt speculatieve activiteiten
In juli 2015 volgde een tweede wet die de strijd tegen de immorele aasgierfondsen opvoerde. Zowel de fracties van de meerderheid als de oppositie steunden dit initiatief. Deze wet bepaalt dat een aasgierfonds voor een Belgische rechtbank enkel de prijs die het betaalde voor de obligaties kan terugvorderen. België kan ook weigeren beslag te laten leggen op goederen van de betrokken staat in ons land. De wet voorziet in voldoende waarborgen om bona fide fondsen te onderscheiden van aasgierfondsen. Zo moet er onder meer een duidelijke wanverhouding zijn tussen het bedrag van aankoop en wederverkoop van het schuldpapier.
Internationale aanpak cruciaal
Het fonds NML Capital dat gevestigd is op de Kaaimaneilanden vocht deze wet aan voor het Belgisch Grondwettelijk Hof. Volgens Luk was dit natuurlijk het beste bewijs dat onze wet werkt. Het Grondwettelijk Hof verwierp op 1 juni het beroep en de wet blijft dus overeind. Het is nu zaak om onze wettelijke aanpak ook in het buitenland te promoten. De fondsen leggen immers klacht neer tegen de schuldenaars in verschillende landen tot ze hun gelijk halen, doorgaans in landen met een Angelsaksisch rechtssysteem.
De Verenigde Naties, de Raad van Europa, Europese Unie en talloze NGO’s loven al langer de pioniersrol die ons land speelt, en pleiten voor een dergelijke aanpak in alle landen. “Ook in ontwikkelingslanden krijgen wij veel complimenten. Wij willen dat onze Belgische diplomatie de strijd tegen aasgierfondsen voortzet en nog intensifieert. We vragen daarom dat de regering extra inspanningen levert om het Belgisch voorbeeld wereldwijd navolging te doen vinden. Daarvoor legden we vorige zomer al een resolutie neer in het Parlement. Alleen een globale aanpak over heel de wereld kan echter de aasgierfondsen echt een halt toe roepen. De jacht blijft open”, besluit Luk.
Klik hier voor de wet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Klik hier voor het artikel in De Morgen.