Panama Papers – Kamercommissie blijft op zijn honger na getuigenis Dexia-top
De bijzondere commissie in de Kamer die werd opgericht naar aanleiding van de Panama Papers, is dinsdag op zijn honger blijven zitten na de getuigenis van Wouter Devriendt, huidig topman van Dexia. Deze Belgisch-Franse bank was via haar Luxemburgse dochter BIL en diens filiaal Experta betrokken bij het opzetten van zo’n 1.600 constructies in belastingparadijs Panama. Maar het Luxemburgse bankgeheim, een vertrouwelijksheidsclausule die getekend werd met de koper van BIL én het feit dat Devriendt weinig vertrouwd is met private banking, maakten dat de Kamerleden niet veel wijzer werden.
Bron: Belga
“We hebben het gevoel dat jullie nochtans meer weten hoe dergelijke constructies in zijn werk gaan”, verwoordde Luc Van Biesen (Open Vld) zijn frustratie. “We vragen niet de na am en toenaam van deze constructies, maar enkel de nieuwe vluchtroutes zodat we hier in de toekomst paal en perk aan kunnen stellen”. Hij wees erop dat Dexia perfect de rol van klokkenluider op zich kan nemen doordat de restbank geen commerciële activiteiten meer uitoefent en zich aan het ontmantelen is.
Kristof Calvo van Groen trad hem bij. “Er is veel empathie voor de moeilijke situatie waarin jullie zitten, maar er zijn grenzen aan die empathie. Wij blijven op onze honger zitten”. Volgens Eric Van Rompuy (CD&V) heeft de uiteenzetting van de Dexia-top “hem alleen maar meer ongerust gemaakt”.
Uit de getuigenis van Devriendt en zijn compliance officer Michèle Collin bleek dat Dexia in 2008-2009, toen Jean-Luc Dehaene en Pierre Mariani het voor het zeggen kregen, beslist heeft om BIL en Experta te laten stoppen met het opzetten van constructies in belastingparadijzen. De structuren moesten worden afgebouwd door een verkoop of vereffening en de governance bij de Luxemburgse filialen werd verscherpt. “Men heeft snel en doortastend gehandeld. In elk geval toch iets positief dat men over Mariani kan zeggen”, merkte Devriendt op.
Voor die datum was er volgens Devriendt geen aansturing vanuit de Dexia-groep om offshore-constructies op te zetten. “Maar ik denk dat heel veel mensen in dat tijdsbestek wel hebben geweten dat dergelijke activiteiten werden aangeboden en ontwikkeld in Luxemburg”, klonk het openhartig.
Collin wees er op haar beurt op dat de structuur van Dexia sterk gedecentraliseerd was, waarbij elke entiteit zijn eigen compliance en audit had. Ook de wetgeving tegen bijvoorbeeld witwassen verschilde per land. In Luxemburg gold bovendien het bankgeheim, waarbij de identiteit van de klanten beschermd was. En ook de tijdsgeest was helemaal anders dan vandaag, luidde het. “Maar alle entiteiten van Dexia hebben de reglementering van toen nageleefd”, aldus nog Collin. “Er waren geen fraudescenario’s.” Volgens Devriendt zijn er ook geen feiten gevonden waar melding is gemaakt aan de Belgische banktoezichthouder of aan de BBI.
BIL en Experta werden uiteindelijk in 2012 verkocht aan een Qatarees investeringsfonds. Devriendt moest de Kamerleden teleurstellen: “veel archieven zijn mee verkocht. Daarnaast zijn we ook beperkt in het delen van informatie, doordat er een vertrouwelijkheidsclausule is afgesloten”. Volgens de Dexia-topman gaat het om een “standaard” clausule op vraag van de koper, maar die wel aanleiding kan geven tot schadeclaims als er informatie uitlekt. Op aandringen van verschillende Kamerleden toonde hij zich wel bereid om die clausule aan de experts van de bijzondere commissie over te maken. Mogelijk komt dit nog achter gesloten deuren aan bod, zei voorzitter Ahmed Laaouej (PS).
Sinds de verkoop van BIL biedt Dexia geen private banking-activiteiten meer aan. Wat er nadien met de offshore-constructies gebeurde, weet Devriendt niet. “Ik heb eigenlijk geen zicht of die markt vandaag nog bestaat. Ik heb geen ervaring met private banking.” Maar de Dexia-topman meent dat er wel een belangrijke mentaliteitswijziging is geweest bij de Belgische financiële instellingen. “Ik denk dat er veel leergeld is betaald in 2008-2009. Er is toen wel degelijk een kentering gebeurd.”