Federale overheid betaalt meer dan 1 op 4 facturen te laat. Kostprijs: 825.000 euro
Uit cijfers die Luk opvroeg bij minister van Begroting Wilmès blijkt dat meer dan één op de vier facturen door de verschillende Federale overheidsdiensten te laat betaald wordt aan leveranciers. In 2016 ging het om 71.407 van de 266.239 facturen. Dat kost de overheid, en dus de belastingbetaler maar liefst 824.896,76 euro aan verwijlintresten.
Luk volgt deze problematiek al jaren op en jammer genoeg kan hij geen noemenswaardige verbetering vaststellen. Van de 71.407 te laat betaalde facturen zijn er slechts 425 te wijten aan het feit dat het geld niet voorzien was in de begroting en 160 door lopende procedures. In alle andere gevallen slagen de overheidsdiensten er gewoonweg niet in tijdig te betalen.
Dit is een slechte zaak voor de belastingbetaler die opdraait voor de intresten die oplopen tot maar liefst 825.000 euro. Dit is onaanvaardbaar voor Luk. Maar ook de leveranciers zijn de dupe. Deze ondernemingen zien hun liquiditeitspositie in het gedrang komen door de laattijdige betalingen. Sommige leveranciers dingen niet eens meer mee naar overheidsaanbestedingen, net omdat de Federale overheid als wanbetaler gekend is. Uit cijfers blijkt trouwens dat de andere overheden van dit land niet veel beter doen.
Daarom roept Luk de Federale ministers op te werken aan moderne systemen die snellere uitbetaling mogelijk maken. Vooral de FOD Justitie en FOD Binnenlandse Zaken moeten een tandje bijsteken. Zij spannen de kroon met respectievelijk 40% en 38% van de facturen die te laat betaald worden. De gemiddelde betaaltermijn voor facturen ligt bij de overheid op 40 werkdagen.
De verwijlintresten werden voornamelijk geboekt bij Buitenlandse Zaken met 441.416 euro en de FOD Mobiliteit en Vervoer met 109.233 euro. Let wel: de meeste verwijlintresten worden betaald op facturen van voorgaande boekjaren. Zo zullen de verwijlintresten op de laattijdige betalingen van 2016 voornamelijk geboekt worden in 2017.
Klik hier voor de vraag.
Klik hier voor het antwoord.