Evaluatie GEN-project door het Rekenhof
Tijdens een gezamenlijke commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven en de subcommissie Rekenhof, net voor het krokusreces, kwam Het Rekenhof meer uitleg geven over het GEN. Luk zat deze gezamenlijke commissie voor als voorzitter van de subcommissie Rekenhof.
Het GEN-project (Gewestelijk Expresnet) is een verzamelnaam voor de versterking van verschillende voorstedelijke spoorlijnen in en om Brussel. In tegenstelling met bijvoorbeeld het RER in Parijs heeft het GEN geen apart netwerk, maar maakt het gebruik van de reeds bestaande spoorlijnen in en om Brussel. Het GEN moet dan ook in de eerste plaats gezien worden als een visie op het voorstedelijk treinverkeer rond Brussel, geïntegreerd met andere vervoersmodi van andere operatoren (bus, tram, metro, fiets). Het S-net, dat in december 2015 werd ingevoerd, is de concrete vertaling van het GEN-netwerk voor lokaal treinverkeer.
Om het GEN te realiseren werden er een aantal maatregelen beslist waaronder: verschillende lijnen in en om Brussel van 2 naar 4 sporen te brengen, de lijnen 96 (Mons) en 36 (Leuven) werden voorzien voor en eveneens afgewerkt tegen 2006 ed. Maar het GEN-project bestaat uit meer dan enkel een verhoging van de capaciteit van de sporen, zo werden er openingen van nieuwe stations gepland, de verbetering van bestaande stations en stopplaatsen (vb. opstaphoogte), de integratie van verschillende vervoersmodi, het verhogen van de frequentie en de amplitude van het treinaanbod én de aankoop van nieuw, comfortabeler materieel.
Het Rekenhof kreeg op 17 maart 2016 de opdracht van de Kamer (resolutie 1693) om ‘onderzoek te voeren naar de oorzaken en het falen van het GEN-fonds en van de aanzienlijke vertragingen die de GEN-werkzaamheden hebben opgelopen.’ Het Rekenhof kreeg specifiek volgende opdrachten mee:
- het gebruik van het GEN‐fonds onderzoeken sinds de oprichting ervan, met toepassing van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof;
- nagaan waarom de budgetten werden overschreden en de termijnen niet in acht werden genomen;
- de oorspronkelijke budgettaire ramingen en termijnen nagaan;
- nagaan welke controle‐, opvolgings‐ en planningsmethoden (zowel budgettair als op de werven) werden gebruikt;
- nagaan hoe de samenwerking tussen de verschillende autoriteiten en tussen de verschillende onderdelen van de NMBS‐groep verliep;
- dat onderzoek zo snel mogelijk uitvoeren nadat het hof met die taak zal zijn belast.
Dit onderzoek werd door het Rekenhof, tijdens de gemeenschappelijke vergadering van beide commissies, toegelicht.
De belangrijkste conclusie die we kunnen trekken uit dit verslag is dat de Federale regering wel degelijk zijn financiële engagementen is nagekomen, maar dat er een fundamentele fout is geslopen in het proces, namelijk dat er een hele reeks onder- en overschattingen zijn gebeurd inzake kostprijs en termijnen. Tevens waren de doelstellingen te weinig gebaseerd op objectieve cijfergegevens. Hierdoor is men uitgegaan van een visie inzake infrastructuur, zonder voldoende rekening te houden met de effectieve vervoersnoden en mogelijkheden.
Klik hier voor het verslag van het Rekenhof.
Klik hier voor het verslag van de gezamenlijke commissie.
Klik hier voor de overige documenten van het Rekenhof.