Doorlichting overheidsbedrijven door private bedrijfsrevisoren is logischer dan door Rekenhofcommissarissen
De commissie Rekenhof, waar Luk voorzitter van is, ontving vorige week de eerste voorzitter van het Rekenhof, dhr. Philippe Roland, voor een gedachtewisseling over de mandaten van de raadsheren van het Rekenhof, welke in nasleep van Samusocial en Publifin voor ophef zorgden in de pers.
Het Rekenhof controleert de financiën van de Federale staat, de Gemeenschappen, de Gewesten en ook van overheidsbedrijven. De 12 raadsheren van het Rekenhof verdelen 29 mandaten bij 23 overheidsbedrijven onder elkaar. Ze kiezen zelf wie welk bedrijf controleert en dit naargelang hun voorkeur of specialiteit. Voor deze controles ontvangen de raadsheren een vergoeding. Hoeveel deze vergoeding bedraagt hangt af van het bedrijf waarvoor ze een controleopdracht uitvoeren, maar deze liggen ver uit elkaar. Zo krijgen de twee commissarissen die de rekeningen van de NMBS doorlichten jaarlijks 61.000 euro per persoon. De commissaris bij de RTBF ontvangt meer dan 32.000 euro. Bij het Paleis voor Schone Kunsten moeten de raadsheren het stellen met ‘amper’ 5.000 euro. Al de mandaten en de vergoedingen die de commissarissen ontvangen zijn terug te vinden in het jaarverslag van het Rekenhof (zie onderaan in bijlage).
De vergoedingen worden vastgelegd bij Koninklijk Besluit (KB) of door de aandeelhoudersvergadering van het overheidsbedrijf. Zelf heeft het Rekenhof niets te maken met het bepalen van het bedrag van de vergoeding. Tevens liggen de vergoedingen volledig in lijn met wat bedrijfsrevisoren krijgen voor een dergelijke opdracht.
Luk begrijpt dat het feit dat de commissarissen betaald worden door de bedrijven die ze zelf moeten controleren vragen oproept. Maar het is nu eenmaal wettelijk zo vastgelegd dat die instellingen doorgelicht moeten worden door de mensen van het Rekenhof (wet van 21 maart 2991). Ook dragen de commissarissen een grote verantwoordelijkheid. Het zijn zij die de jaarrekeningen geldig verklaren waardoor ze persoonlijk aansprakelijk zijn als er fouten gebeuren, niet het Rekenhof.
Voor Luk zou het logischer zijn dat overheidsbedrijven door een private bedrijfsrevisor doorgelicht worden i.p.v. een zogenoemde ‘rekenhofcommissaris’. De raadsheer zal dan niet langer persoonlijk aansprakelijk zijn en de overheidsbedrijven dienen dan wel hun rekeningen ter controle aan het Rekenhof te bezorgen. Dit systeem is al langer van toepassing bij Vlaamse overheidsbedrijven zoals De Lijn.
Op vraag van Luk zal het Rekenhof een vergelijkende studie uitvoeren naar het controlemodel zoals dat op Federaal niveau bestaat en werd overgenomen door de Franse gemeenschap en het Waals gewest, en het controlemodel dat in Vlaanderen wordt gehanteerd. Want de vraag die iedereen zich stelt is of deze controle gewoon anders is of beter?
Klik hier voor de tabel met vergoedingen.