Open VLD wil overheidsholding FPIM naar de beurs brengen
Een beursgang van overheidsholding FPIM kan de overheid een paar miljard euro opleveren om de staatsschuld te verminderen, zegt Open VLD.
Bron: De Standaard
De Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, kortweg FPIM, werd opgericht in 2006. De overheidsholding beheert een aantal strategische aandelen voor rekening van de staat in onder meer Befius of BNP Paribas. Hij investeert daarentegen voor eigen rekening in tal van bedrijven zoals Bpost, Fluxys, Euronext en Sonaca, maar evengoed in een fonds dat de behandeling en het beheer van afvalwater en vaste afvalstoffen in Brazilië financiert.
‘We kunnen ons de vraag stellen of het een kerntaak van de overheid is om – naast het aanhouden van een aantal strategische belangen – een volwaardige investeringsholding te beheren’, zegt kamerlid Luk Van Biesen. Hij stelt dan ook, samen met zijn collega Dirk Van Mechelen, voor om de FPIM voor een belangrijk stuk naar de beurs te brengen.
Strategische aandelen
Naar analogie met wat in de jaren negentig en tweeduizend in Vlaanderen met de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen (GIMV) is gebeurd. ‘We hebben toen het gros van de aandelen publiek beschikbaar gemaakt op de beurs’, zegt Van Mechelen, die toen Vlaams minister van Economie was. ‘De Vlaamse overheid is via de Vlaamse Participatiemaatschappij (VPM) met 27 procent wel referentie-aandeelhouder gebleven. Dat is ook de bedoeling met de FPIM.’ Ze pleiten ervoor om een aantal strategische aandelen, zoals dat in Bpost, onder het beheer van de federale overheid te laten, maar de rest zou naar de beurs kunnen.
Een beursgang zou volgens Open VLD de overheid een paar miljard euro kunnen opleveren. Geld dat niet meteen mag gebruikt worden om investeringen te doen, maar wel kan dienen om onze zware overheidsschuld verder af te bouwen. De regering heeft de ambitie om die schuld nog deze bestuursperiode onder de 100 procent van het bbp te duwen. Behulpzaam daarbij is de beursgang van Belfius die op stapel staat en de verdere verkoop van het belang van de overheid in BNP Paribas. Een beursgang van FPIM kan die staatsschuld nog een extra duwtje in de goede richting geven.
Een verdere daling van die staatsschuld is van groot belang voor premier Charles Michel (MR) en zijn regering. Die hoge schuld is een van de voornaamste redenen waarom de Europese Commissie onze begroting nog zo nauw in de gaten houdt en ons land niet veel marge laat. Maar de premier heeft vorige week nog aangekondigd in het parlement dat hij soepelheid vraagt aan de Europese Commissie. Hij wil tussen nu en 2020 eenmaal 0,5 procent van het bbp of twee miljard euro afwijken van de begrotingsafspraken. Daarover zijn onderhandelingen lopende met de Europese Commissie.
De twee liberalen wijzen er bovendien ook op dat ‘op die manier een aantrekkelijke investeringsmogelijkheid ontstaat voor de goede huisvader’.
‘Ik neem akte van het voorstel’, reageert Johan Van Overtveldt (N-VA), als minister van Financiën bevoegd voor de FPIM. Hij wijst erop dat hij momenteel de laatste hand legt aan een nieuwe beheersovereenkomst met de investeringsmaatschappij. ‘Ze moet meer een faciliterende rol spelen, investeringen mogelijk maken, in plaats van zelf te investeren’, zegt Van Overtveldt. ‘De investeringen moeten vooral door de regionale investeringsmaatschappijen gebeuren.’
Koen Van Loo, de topman van de FPIM, reageerde gisteren niet op onze vraag naar een reactie.
Christof Vanschoubroek ■